Maak je tuin zomerklaar met deze 10 milieuvriendelijke tips

Het is bijna zomer. Een goed moment om Súdwest-Fryslan in te duiken voor een reeks zomerse reportages over mienskip, wandelen door de tijd, oude ambachten, vakantiedrukte op het water en bloeiende tuinen. Vandaag deel drie: Milieuvriendelijke tips van de Friese Milieu Federatie. 

Alles staat in bloei buiten. Fantastisch natuurlijk, maar hoe houd je het onkruid in bedwang en je tuin netjes zonder pesticiden? Vragen waar de Friese Milieu Federatie (FMF) antwoord op probeert te geven met de campagne ‘Wat Zullen We Nou Beleven? Je tuin gezond: jij gezond!’. 

An de Wrede, programmamanager biodiversiteit en natuur van de FMF, neemt ons mee naar de volkstuin van Helma de Roos aan de rand van Heeg. Helma is een fervent tuinierster. “Bloemen vind ik het allerleukste”, vertelt ze. Dat is te zien. Haar tuin is een grote bloemenpracht. Samen met An deelt ze haar tips: 

Tip 1. Plant je borders zo vol mogelijk. Zo krijgt het onkruid geen kans om er tussen te komen. Wil je toch ruimte in en tussen je borders, dan zijn houtsnippers een goede optie. Leg er wel karton onder voordat je het strooit. Dan blijft het onkruid langer weg.

Tip 2. Vervolgens ga je ‘optisch’ wieden. Dat houdt in dat je alleen de planten in het zicht en waar je je aan stoort weghaalt. 

Tip 3. Plant zoveel mogelijk vaste planten. Laat je niet verleiden tot de fleurige, eenjarige plantjes die je nu overal in de winkels en tuincentra ziet. Daar zitten veel bestrijdingsmiddelen in die in de grond komen als je ze plant en ze zijn niet goed voor de insecten. Uitzondering zijn de eenjarige Afrikaantjes. Helma: “Die zijn goed tegen mieren, en aaltjes in de grond. Wel zelf zaaien, niet als plantjes kopen.”

Tip 4. Gebruik alleen tuingrond zonder turf en zonder pesticiden.Turf is gedroogd veen. Veen slaat veel koolstof op. Turf wordt gewonnen uit veengebieden en dat zorgt voor veel CO2-uitstoot, wat bijdraagt aan klimaatverandering. 

Tip 5. Maak je eigen compost. Verzamel je tuinafval, zoals grasmaaisel, takjes, stro en bladeren op een hoop of in een bak en schep dit regelmatig om voor zuurstof. Na een half jaar tot een jaar is de compost klaar voor gebruik. Meer informatie over composteren vind je hier.

Tip 6: Meng je (turfloze) tuingrond vervolgens met de compost en gebruik dat als je plantjes in de grond zet.

Tip 7: Plant bij voorkeur inheemse planten in je tuin. Ze zorgen voor een goede balans. Inheemse planten zijn perfect afgestemd op de omgeving, zoals de bodem, de insecten en het klimaat. Ze trekken bijvoorbeeld lieveheersbeestjes aan, die dan weer de luizen eten waar je vanaf wilt.

Tip 8: Maak holletjes voor egeltjes. Ze houden van rommelige plekjes en lage struiken. De diertjes eten slakken, rupsen en maden en zijn heel goed voor het natuurlijke evenwicht in je tuin. 

Tip 9: Om onkruid tussen tegels tegen te gaan, wordt vaak veel gif gebruikt. Hoe verwijder je die ongewenste plantjes op een milieuvriendelijke manier? Heet water erop gooien? An: “Dat kan, maar zorg liever voor zo min mogelijk tegels in je tuin. En als je dan toch een terrasje of pad wilt maken. Leg ze dan met wat meer ruimte ertussen. Dan heb je al in de structuur groen om je tegels heen.” Helma vult aan: “Ja en dan plant je daar laaggroeiende plantjes tussen, zoals Roomse kamille. Die kun je makkelijk af en toe maaien of bijknippen met een tuinschaar. Er bestaan ook speciale mengsels voor tussen tegels.”

Tip 10: Bij het weggaan ontdekken we discoballen en -pegels in Helma’s fietsmand. “Die hingen in mijn kerstboom en ga ik nu gebruiken als vogelverschrikkers”, legt ze uit. Vogels houden niet zo van glimmende en bewegende dingen. Door de discoballen aan een bamboestokje te hangen dat je vervolgens in de grond steekt, creëer je een draaiend en reflecterend object dat vogels afschrikt. CD’s werken ook goed.