2025/11/21

Omroep Súdwest

Dé lokale omrop fan Súdwest-Fryslân

Friese ronde jachten varen uit voor de zomer

4 min gelezen

Nemo gaat het water in - foto: Ilja de Zeeuw

Het is bijna zomer. Een goed moment om Súdwest-Fryslân in te duiken voor een reeks zomerse reportages over mienskip, wandelen door de tijd, oude ambachten, vakantiedrukte op het water en bloeiende tuinen. Vandaag deel een van onze zomerserie, over de jachtwerf Wind en Water in Heeg. 

Jachtwerf Wind en Water is een plek waar veel moois samenkomt. Vakmanschap, historie en de liefde voor ronde houten jachten en het water. De loodsen van de werf staan in de winter vol met zo’n veertig ronde houten scheepjes. Inmiddels zijn ze bijna leeg, want in de lente halen de eigenaren hun tjotters en boatsjes weer op. Vers in de lak, geolied en opgetuigd worden ze te water gelaten. Klaar voor het zomerseizoen.

Nemo
Martijn Peldijk, eigenaar van de werf, zit op een heftruck en duwt een scheepje op een oplegger richting de hijskraan voor een grote loods. Het is een van de laatste boten die uit de winteropslag komt. Een tjotter uit 1908 die de naam Nemo draagt. Het hout glanst door de dikke laag doorzichtige lak. Verguld houtsnijwerk siert het voorsteven, achtersteven en het roer. Martijn manoeuvreert de Nemo op zijn plaats.

Vissersboten en pronkstukken 
Er zijn verschillende typen traditionele ronde houten schepen. De boeiers, de grootste soort jachten, werden vaak gemaakt in opdracht van de Friese adel. Martijn: “Dat waren statussymbolen.” De schokkers waren vissersboten voor de binnenwateren, de grotere exemplaren visten ook op de Zuiderzee en de Waddenzee. De tjotters en boatsjes werden gebruikt voor het vervoer van personen en goederen.

Met de boatsjes werd ook gevist op paling. De zeewaardige palingaken waren een aparte klasse. Daar is er nog maar één van en dat is een replica.
De scheepjes die nu rondvaren op de Friese wateren en elders hebben allemaal een eigen verhaal. “Zoals deze, de Aurelia.” Martijn wijst een schattig, klein boatsje aan. “Hier speelde de dochter van een wethouder mee in de vijver bij hun huis.”

Kostbaar bezit
Bij Wind en Water worden geen nieuwe schepen meer gebouwd. Dat is te kostbaar inmiddels. Martijn: “wij doen onderhoud en restauratie van voornamelijk tjotters en boatsjes. Alles wat met massief hout te maken heeft, dat kunnen we.” Hij loopt naar een ander bootje in de loods. “Bij deze is alleen het houtsnijwerk nog origineel, de rest, alle houten delen zijn door de jaren heen vervangen. Alles is rond aan de houten jachten. We buigen alle planken zelf.”

Het buigen van hout is een techniek die veel kennis en kunde vereist. Net als het lakwerk en het maken van de masten van de schepen. In een van de loodsen ligt op dit moment een enorm stuk hout van maar liefst 18,5 meter lang. Een hele boom. Houtbewerker Thijs is er ongeveer twee weken mee bezig om er een mast van te maken.

P.P. Piersma
Hoe mooi het ambacht van houten schepen bouwen ook is, het is kennis die verloren dreigt te gaan. Martijn: “Jonge mensen kiezen niet meer voor dit vak omdat er te weinig toekomst in zit. De werven die er nog zijn hebben steeds minder werk.” Dat was in de jaren ’50, ’60 en ‘70 wel anders. Mensen kregen toen meer vrije tijd en geld om een oud bootje dat ze in een schuur hadden liggen op te laten knappen.

“In die jaren zijn een heleboel wrakken opgeknapt”, aldus Martijn. “Mijn voorganger, Piet Piersma, die hier in 1970 zijn werf P.P. Piersma begon, heeft deze hernieuwde belangstelling voor dit soort bootjes meegemaakt en dit bedrijf kunnen uitbouwen.”
Leuk om te weten: over de geschiedenis van jachtwerf P.P. Piersma is een boek in de maak dat in augustus verschijnt.

Hout werkt
Inmiddels hangt de Nemo in de lucht. Langzaam schuift de hijskraan over de kade richting het water. Terwijl het scheepje het water in zakt, gooit Martijn een paar scheppen houtzaagsel eronder (zie video hieronder). Waar is dat nou voor? Martijn legt uit: “Hout werkt. Als het een hele winter binnen heeft gelegen krimpen de planken en ontstaan er kieren. Daardoor gaat de boot lekken. Vandaar het zaagsel. Als een scheepje het water ingaat, wordt dat zaagsel meegezogen de kieren in. Dat zet vervolgens uit. Na een week zijn de gaatjes dan weer dicht en kan de eigenaar zijn schip ophalen.” 

Sail 2025
Mocht je in augustus naar Sail gaan in Amsterdam en traditionele Friese scheepjes voorbij zien komen. Dan zou dat zomaar een exemplaar uit de stal van Wind en Water kunnen zijn. 

Copyright © Alle rechten voorbehouden. | Newsphere door AF themes.